Zaterdagmiddag. De zon weerkaatst op het water, stokoude bomen dempen het geluid. Onzichtbare vogels als achtergrondmuziek: een duif roekoet, een eend kwaakt en een specht hamert.
Als ik over het bruggetje loop hoor ik mannenstemmen. En het geluid van een bal die over bedauwd gras planeert. Dit is het mooiste veld dat ik ken. Mijn field of dreams. Ik voetbalde er in de jaren ’90 met Frank, Wies, Henk, Benno en een heleboel eigenaardige vogels van wie ik de namen niet meer weet.
(‘Waar is het veld dan?’ hoor ik u denken. Het veld ligt aan de andere kant van het slootje).