De keren dat ik in mijn tienerjaren een hockeystick vasthield, zijn op de vingers van 2 handen te tellen. Als ik het deed, was het tijdens een gymles op school. De jongens uit mijn klas hadden, net als ik, weinig gevoel voor het spelletje. Als de gymdocent even niet oplette, gebruikten we de sticks liever als honkbalknuppel of als struikelhaak.
Egmond aan de Hoef was een voetbal- een geen hockeydorp. Op het garagepleintje achter mijn huis dribbelden we de bal zonder hulpmiddel van doel naar doel. De eerste Egmondse hockeystick zag ik op een ander pleintje, op 5 minuten loopafstand van mijn huis, achter het huis van mijn vriend Henk-Jan. Ik voetbalde er zelden omdat de jongens er veel groter waren.
De hockeystick die ik op dat Egmondse pleintje zag, was maatje ‘extra small’. Net als het mannetje dat hem vasthield. Hij dreef een tennisballetje over de grijze tegels, als een snelschaker zijn schaakstukken. Onverstoorbaar en vastberaden. Toen wij aan onze wedstrijd begonnen, verplaatste hij zich met stick en tennisbal naar een verlaten hoek. Daar dribbelde hij weer verder. Elke keer dat ik bij Henk-Jan speelde, dribbelde het hockeymannetje over het plein. Soms wisselden we een glimlach.
Ruim 30 jaar na onze laatste ontmoeting lees ik dat Teun de Nooijer niet meer is geselecteerd voor het Nederlands hockeyteam. Bondscoach Paul van Ass heeft hem en Taeke Taekema uit de selectie gezet. Teun heeft zijn vader al gebeld. ‘Pap, ik blijf binnenkort een tijdje bij jullie logeren. Zonder de meiden’. Als de sneeuw gesmolten is, werkt de kunstenaarszoon in de Egmondse duinen en op het pleintje aan een terugkeer in Oranje. Hij is zijn krullen kwijt maar zijn vastberadenheid nog lang niet.
Leuk verhaal! http://www.facebook.com/TeundeNooijernaarOS2012