Op vakantie doe ik alsof ik goed kan zwemmen. Met mijn hoofd onder water trek ik in verstilde borstcrawl één baantje heen en één baantje terug. Vervolgens hang ik enkele minuten als een bokser in de touwen tegen de rand van het zwembad.
Het ging waarschijnlijk op mijn zesde al mis. Ik volgde zwemlessen in het zwembad van Alkmaar. Koud en donker was het er. Als ik in het water niet goed mijn best deed, viste de badmeester me eruit en moest ik droogzwemmen, met mijn buik op een kruk. Terwijl de man mijn benen als een kikker bewoog, hoorde ik hem ‘En sluít, en sluít en sluít’ bulderen. Met mijn ogen dicht wenste ik dat de droogzwemsessie snel voorbij was.
Na twee jaar boekte ik eindelijk resultaat: mijn smeekbedes om met zwemles te stoppen troffen mijn moeder in het hart. Zonder diploma’s en dus zonder plastic etiket met een groene A voor op mijn zwembroek nam ik afscheid van het ‘overdekte’. We vierden het met een puntzak handgeschilde patat van de gebroeders Blauw. Het goud van de broers smaakte nog beter dan de andere keren.
Mijn klasgenoot Fred deed ook niet aan zwemles. Zijn ouders hadden er waarschijnlijk geen geld voor. Op een zomerse middag tuurden we samen van de brug bij de molen in het spiegelende water. ‘Je krijgt een gulden als je erin springt’, zei Fred en hij stopte de eerste kootjes van zijn middel- en ringvinger waar ze zich thuis voelden, in zijn mond. Het beeld van een zak snoep, 1 gulden waard, won het van de gedachte dat Fred de inzet niet kon betalen. Ik sprong van de brug.
De vaart voelde veel dieper dan het water van de Franse riviertjes waarin ik in de zomervakantie regelmatig baadde. Na angstige seconden zonder zuurstof trok een vreemde hand mij naar de kant. De hand bleek van de postbode. In de tuin vertelde ik mijn moeder dat Fred me in het water had geduwd, dat ik bijna was verdronken en dat een postbode me had gered.
De volgende ochtend praatte ik mijn klas bij over mijn ontsnapping aan de dood. Jammer genoeg kon Fred het verhaal niet bevestigen. Zijn stoel en tafel bleven de hele dag leeg. Fred moest als straf een dag in de kledingkast van zijn ouders blijven. Hij meldde het me naderhand zelf, terwijl hij met zijn ogen naar de grond tuurde. Met die blik verdiende hij zijn gulden in één keer weer terug.
Briljant verhaal! Maar nu trek je toch maar mooi een baantje borstcrawl.
Mijn favoriete stukje tot nu toe! Glimlach!