‘Iets minder gas op het pedaal’, hoor ik Ties door het geopende raam van de bestelbus roepen. Tussen de druppels op de buitenspiegel zie ik hem in de rode gloed van het achterlicht, slechts gekleed in onderbroek, hemd en schoenen, tegen de achterkant van de bus duwen. Zijn bovenkleding, een net pak met krijtstreep en een wit overhemd, heeft hij keurig op een stapel naast me achtergelaten. Ondanks zijn advies verdwijnen de achterwielen dieper in de modder.
We moesten om vier uur die middag nog even een bestelbusje ophalen in Beverwijk. ’Zo gepiept’, had Ties gezegd. Met drie andere vrienden zouden we ’s avonds in dat busje naar Amsterdam rijden voor een show van Herman Finkers in Carré. Het vertrek uit Alkmaar stond gepland om zes uur, twee uur voor aanvang. Een ruime planning, dachten we.
Twee foute beslissingen deden de bestelbus die bewuste avond rond half zes in een weiland belanden: de beslissing om een file aan de rand van Beverwijk via een onverhard pad naast de A9 te omzeilen én de beslissing om de bestelbus in een weiland te keren en daarmee het doodlopende paadje (een pad was het na een kilometer allang niet meer) terug te rijden.
Een mobiele telefoon hebben we niet dus we besluiten dat één van ons hulp gaat halen. Als ik na een wandeling van zeker een kwartier bij het eerste huis dat ik zie, aanbel gaat de voordeur voorzichtig open. Een oudere vrouw reageert afwijzend op mijn vraag of ik even van de telefoon gebruik mag maken. Haar vader is bezig om zijn laatste adem uit te blazen en het hele gezin zit in de woonkamer. Als ze mij was zou ze het even bij de buren verderop proberen.
’Ik trek jullie er zo wel even uit’, zegt de buurman-van-verderop vanuit een stal met de afmetingen van een voetbalveld. Hij houdt zijn woord: na een half uur (het is dan inmiddels half zeven) trekt hij de bestelbus met zijn tractor uit het weiland. Omdat hij een keer tegen ons heeft gevoetbald en Ties herkent, is 10 gulden genoeg.
Net voor klokslag acht stappen Ties en ik, in moddervrije kleren, de lobby van Carré binnen. We melden ons bij de andere drie, die met de trein zijn gekomen. ‘De cursus omgaan met teleurstellingen gaat wederom niet door‘, grapt Finkers later in zijn voorstelling. Als ik mijn ogen toeknijp, lijkt zijn gezicht op dat van de boer die ons behoedde voor de teleurstelling van een ongebruikt Carrékaartje.
mooi verhaal, zoon.
je was hier geen 12 meer ! leuke titel & eind.
ik moest behoorlijk lachen.
heb laatste 2 doorgestuurd naar Tom, die vroeg erom, toen ik hem gister aan de lijn had.
moeders
Ik zag vandaag een boekje van Herman Finkers in de winkel liggen. Driemaal raden wat de titel is. Inderdaad…..
Hier een link naar de uitgever van het boekje http://www.thomasrap.nl/web/Artikelpagina/Herman-Finkers-wint-Lofprijs-der-Nederlandse-taal.htm