Slechts één keer heb ik het tot krantenknipsel geschopt. Ik heb het knipsel zó goed bewaard dat ik het niet meer terug kan vinden. In een stoffig hoekje van mijn geheugen ligt een kopie. Daarop staan 5 jongens met dunne armen in zwarte t-shirts. ‘Winnaars van het 1e Gouden Hoef-zaalvoetbaltoernooi’, meldt de kop van het Contact met de Egmonden.
Ruim 30 jaar later snap ik nog steeds niet hoe we met dit team kampioen konden worden. Het hielp natuurlijk dat we Mark, uitblinker van Zeevogels C1, in ons team hadden. Maar verder was het spelersmateriaal pover. Omdat Adri ook meespeelde was ik niet de slechtste. Qua schoeisel was ik dat wel: ik droeg blauwe canvas gymschoenen die in een damescatalogus van Esprit tegenwoordig niet zouden misstaan.
Dat ik met die schoenen een doelpunt heb gescoord mag een wonder heten. Hoe de bal via mij in het kleine doeltje belandde, weet ik niet meer. Hoe ik juichte, weet ik nog precies: terwijl ik langs de kant juichende vaders en moeders passeerde, kuste ik de middelste vingertoppen van mijn linkerhand.
Achteraf gezien was mijn Zuid-Amerikaanse juichactie verre van handig. Mark was er waarschijnlijk wel mee weggekomen. Maar ik niet. De dagen na de finale werd ik stelselmatig op die fout gewezen. Doelpuntenmakers op het pleintje en op het trainingsveld vierden hun goal steevast met 3 kushandjes terwijl ze in een cirkel om mij heen renden.
Toen ik dit artikel in januari schreef, kon ik het besproken knipsel niet vinden. Inmiddels is het terecht…bekijk de foto op Handkus II.
Dat het nóg erger kan bewijst deze video met ‘goal celebrations’. http://www.youtube.com/watch?v=SFrMSzoLXIU