Het verboden shirt

In Egmond was Erik-Jan de eerste met Le Coq Sportif op zijn borst. Op de bovenste plank van zijn kledingkast bewaarde de gezette tandartszoon een stapeltje glanzende voetbalshirts. Ik kende ze alle 4.

Argentinië-shirt 1980Toen ik op zijn bed zat, gooide Erik-Jan één van de shirtjes naar me toe. Het thuisshirt van Argentinië. ’Ik krijg vandaag een nieuwe’, meldde hij erbij. Ik vond het blauw tussen het wit mooi en de v-hals ook. Maar in mijn hoofd rinkelde een alarmbelletje. In de studeerkamer van mijn vader had ik over de Argentijnse generaal Videla gelezen. Dat hij zonen oppakte en liet verdwijnen. De aantrekkingskracht van de gedriehoekte haan dimde het alarmbelletje.

Toen ik thuiskwam roerde mijn moeder in een pan en inspecteerde ze met haar vrije linkerhand mijn tweedehands aanwinst. Voor de spiegel in de hal trok ik het shirt nog even aan. Ik snapte nu waarom Erik-Jan het had weggegeven. Ik zag dat het strak zat. Aan de eettafel merkte mijn vader het shirt voor het eerst op.

’Wat heb jij nou aan….dat is toch het Argentijnse shirt?’
’Van Erik-Jan gekregen pap, hij hoefde er niets voor te hebben.’
’Ik weet niet of ik daar zo blij mee ben. Geef Erik-Jan zijn shirt maar weer terug.’

Logo WK78 ArgentiniëVoordat ik die avond in slaap viel, dacht ik aan de Argentijnse moeders. En aan 25 juni 1978. Als mijn vader toen ook zo rechtlijnig was geweest, had hij de uitnodiging van Henk-Jans vader, om bij hem thuis naar de finale te kijken, afgeslagen. De tv was uit gebleven. En we hadden geluisterd naar Bloed aan de paal. Gelukkig was mijn pa die avond niet zo rechtlijnig.

Een gedachte over “Het verboden shirt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *