Hemelbier

Johan was mijn beste vriend. Het viel dan ook niet mee om afscheid van hem te nemen toen ik op mijn 10e van Alkmaar naar het 6 kilometer verderop gesitueerde Egmond verhuisde. Sinds onze vriendschap op de kleuterschool aanving, hadden we hutten in onze speelkelder gebouwd, riddergevechten gevoerd, met lego geknutseld en een kabelbaantje met een blikje tussen onze slaapkamers gespannen (voor chips, koek, tekeningen en andere belangrijke zaken). Lees verder

Tribuneklappen

Deze week speelt AZ in het Constant Vanden Stockstadion tegen Anderlecht. Het wordt de 5e keer dat ik in het buitenland naar een wedstrijd ga kijken. Van de voetbalhoogtepunten van die wedstrijden weet ik weinig meer. Het zijn vooral de stadions die ik me herinner. Het is een klein rijtje met grote namen: Emirates (Londen), Nou Camp (Barcelona), Maracana (Rio) en White Hart Lane (Londen). Lees verder

Paula’s Playboy

Billen en borsten lagen bij mijn vriend Erik thuis voor het oprapen: in de woonkamer naast de bank tussen een stapeltje tijdschriften. Als een douanehond op zoek naar smokkelwaar viste ik bij elk bezoek de nieuwste Playboy uit dat stapeltje. Het stapeltje bevatte verder alle andere bladen van uitgever VNU, de werkgever van Eriks vader. Lees verder

Handkus

Slechts één keer heb ik het tot krantenknipsel geschopt. Ik heb het knipsel zó goed bewaard dat ik het niet meer terug kan vinden. In een stoffig hoekje van mijn geheugen ligt een kopie. Daarop staan 5 jongens met dunne armen in zwarte t-shirts. ‘Winnaars van het 1e Gouden Hoef-zaalvoetbaltoernooi’, meldt de kop van het Contact met de Egmonden. Lees verder

Vast in een weiland

‘Iets minder gas op het pedaal’, hoor ik Ties door het geopende raam van de bestelbus roepen. Tussen de druppels op de buitenspiegel zie ik hem in de rode gloed van het achterlicht, slechts gekleed in onderbroek, hemd en schoenen, tegen de achterkant van de bus duwen. Zijn bovenkleding, een net pak met krijtstreep en een wit overhemd, heeft hij keurig op een stapel naast me achtergelaten. Ondanks zijn advies verdwijnen de achterwielen dieper in de modder. Lees verder

Blikstraf

In de jaren ’80 heersten orde en tucht op de Alkmaarse Rijkscholengemeenschap Noord-Kennemerland. Hoofdconciërge Heusdens had daar een belangrijke hand in. In zijn kantoor naast de hoofdingang moest je zijn voor een te-laat-briefje. ’Wat is de reden dat je zo laat bent?’, vroeg hij met zijn snerpende stem. Het enige dat nog ontbrak was het licht van een schemerlamp in je gezicht. Lees verder